Weet je wat het moeilijkste is van reizen? Het is niet de reis zelf. De voorbereiding dan? Nee, ook niet. Het thuis komen. Thuiskomen is afschuwelijk.
“Jaaaaaaaaaa!!!” werd er gegild toen we onze voordeur open maakten na bijna zeven maanden weg te zijn geweest. Ze stormden de trap op, op zoek naar hun speelgoed en knuffels. Kamers en playmobil werden herontdekt, net als boeken, kleren en de spelletjeskast.
Ruud en ik stonden beneden. Beduusd om ons heen te kijken. Het contrast kon niet groter. Twee uitzinnige meiden, twee verloren ouders. “Nou, daar zijn we weer…” zei Ruud. “Gatver.” Ik keek naar ons huis. Muren. Een tuin met een schutting. Deuren. Een voorraadkast. Ik kon geen woord uitbrengen. Alles in mij zei dat ik hier niet wilde zijn. Waar dan wel wist ik ook niet, maar in ieder geval niet hier tussen deze muren, in dit dorp. Dit was namelijk het echte eindstation. Nu waren we klaar met onderweg zijn. “Zullen we de auto weer starten en verder rijden?” grapte ik. Maar het was niet grappig, verre van zelfs. Ik voelde me verloren in mijn eigen huis en de tranen stroomden over mijn wangen.
De dagen erna stonden in het teken van verhuizen. Een interne verhuizing weliswaar. Alle kleding, schoenen, jassen, kastinhoud, zakelijke ordners, boeken en persoonlijke spullen hadden we op Terra’s kamer neergezet. Iedere doos bracht iets anders teweeg. Een greep uit de reacties: “Ooooh, mijn pini pon boot! Pini pon pini pon pini pon! Yesss!” Maila knuffelde speelgoed waar ze eigenlijk nooit veel mee heeft gespeeld, maar alla. “Oh cool!!” riep Terra bij het zien van haar Lego Friends collectie en kieperde alle duizend stukjes beneden over de vloer. Ruud liep op zolder: “Jezus, nog meer zooi… Waarom zoveel jassen?” Ik stond op de badkamer in een doos met ‘overig’ te staren. “Ik gooi alles direct weg, oké?” schreeuwde ik naar boven. Ook hier kon het contrast niet groter. Van twee rugzakken naar een huis vol spullen. Van basic naar overvloed. Van keuze uit drie t-shirts naar tien t-shirts. Van één snijplank naar drie houten en vijf plastic planken. Een stapel kommetjes. Een kast vol kopjes i.p.v. twee mokken. We moesten beiden de neiging onderdrukken om geen container te bestellen, die voor de deur te plaatsen, alles weg te donderen en uit onze rugzakken te gaan leven in ons eigen huis.

Op zondag, ongeveer een week na thuiskomst, zaten we bij een restaurant in Mook. Bitterballen te eten, vergezeld van Fristi en een blond biertje. “Nou jongens,” begon ik, “Morgen weer naar school. Weer nieuwe dingen. Zullen we even proosten op ons avontuur?” Zonder op te kijken uit een Donald Duck zei Terra: “Pfff mam. Alweer? We hebben al zo vaak geproost.” “Nou eh…,” stamelde ik, “Maar vandaag is écht de laatste dag.” “Ja, maar dat was het vorige week ook toen we in Perth zaten. En de dag daarna ook toen we in Doha zaten.” Ruud gaf me een schop onder tafel en gaf me een blik van ‘laat maar’. Ik voelde me een beetje een sukkel. En vroeg me af wat ik toch aan het doen was. Later besefte ik me dat ik kennelijk zo graag wilde afronden om weer door te kunnen. Een soort van streep zetten, of een punt, om me minder verloren te voelen. Maar dat was míjn behoefte, helemaal niet die van hen! Zij waren immers blij met de Albert Heijn, het weerzien van vriendjes en in je eigen bed slapen. Ik stortte me weemoedig op een bitterbal. Met mosterd.
Een dag later was de eerste schooldag. Werkelijk hartverwarmend. De juf werd geknuffeld, Terra liep onder een haag van haar klasgenootjes door in haar Nepalese jurkje, Maila had allemaal spulletjes meegenomen van de reis, een lief briefje op de tafel; een lieve, fijne terugkomst…
Tja, de weken erna waren raar. En nog steeds. Binnen no-time was de agenda gevuld. Met werk, hockeywedstrijden, zwemles, buitenlandtripjes voor het werk, opleidingsdagen, bbq-s met vrienden, kinderfeestjes en schoolkamp. “Kom op, anders komen we te laat op school!” hoor ik mezelf zeggen tegen de meiden toen ze stonden te dreutelen met hun tandenborstel in de mond. En terwijl ik het zei bedacht ik me dat het idioot was wat ik stond te doen. Hoezo, te laat op school? En wat dan nog? Doe eens normaal. Voor een minuut sneller? Niemand wordt er vrolijker van. Dan komen we maar te laat. Ik ben er gelijk mee gestopt. Een heerlijke aanrader voor iedere ouder. 😉
Enfin. Het thuiskomen valt dus vies tegen. Het is fijn om familie en vrienden te zien, wandelen op de hei is heel welkom, maar er is te veel in mij veranderd waardoor ik niet terug kan en wil naar hoe het was. Ik heb moeite met het tempo. Met de agenda. Met de sociale omgangsvormen/verplichtingen en de prestatiedruk van het werk. Ik mis onze krachtige gezinscocon die soms ver weg lijkt te zijn, nu we niet meer alle uren van de dag en nacht met elkaar doorbrengen.
Mijn behoeften en waarden zijn verlegd. In kleine en grote dingen. Niet alles past meer.
En hoe is het met Ruud? Vindt hij hetzelfde? Ja. Is hij ook zo labiel? Nee. Zeurt hij nog wel tegen de kinderen ’s ochtends? Ja. Hebben jullie twee het dan nog fijn samen? En of! 🙂
Blijkbaar begint hier dus weer een nieuwe reis, maar dan eentje zonder vliegtuig. De weegschaal moet opnieuw geijkt worden. Ik heb geen idee welke beslissingen daarbij gaan horen. Of hoe dat er dan concreet gaat uitzien.
Mocht je binnenkort langs ons huis komen en een container zien staan, dan weet je hoe laat het is. 🙂
Ps Hieronder mijn eerste kopje Pickwick thee in Mook. Bizar toeval, toch?

Ah zo herkenbaar! Ik ging weliswaar zonder kinderen 1.5 jaar op reis, maar ik weet nog heel goed dat het een anti-climax was om terug te komen..was er helemaal “uit”. Had ook alles opgezegd toen ik weg ging, dus moest letterlijk alles opnieuw regelen. Ook vond ik het lastig om mijn plek weer te vinden in het sociale netwerk die ik een tijd verliet. Iedereen was natuurlijk door gegaan, hadden hun plek, en dingen beleeft op een ander niveau leek het het. Het kostte echt best een tijdje voordat ik weer mijn plek had gevonden ‘thuis’.
Ik denk dat het fijn is dat je een gezin hebt, zodat je je ook een beetje kan optrekken aan hen. En geniet van de rijke ervaring en stap die jullie hebben durven zetten als ouder! Ik zou dat misschien ook weer moeten doen nu ik ook een gezin heb 🙂 Liefs adriana
LikeLike
We kennen het gevoel maar al te goed, zo zeggen wij bij thuiskomst altijd; ‘het mogen en kunnen wordt weer moeten en zullen’. Succes met de verwerking en op naar een volgend avontuur. #genotenvanjullieblog 🙂
LikeLike
Mooi om je openheid van deze ervaring te mogen lezen 🙂
LikeLike