Ik heb geen pakkend begin. Het is het einde. Hoe begin je nou een einde?
Ik heb nog zoveel te zeggen, te vertellen, ik wil geen einde. Dan moet ik stoppen met schrijven. Stoppen met reizen. Waarom stoppen met iets wat je leuk vindt? Ik heb alleen maar saaie, rationele antwoorden. Het idee dat dit mijn laatste blog is werkt verlammend in mijn hoofd: staren naar het witte scherm, zinnen wissen, woorden zoeken.
We zitten in een huisje, onze auto is gisteren opgehaald. Alle koffers zijn weer hier, inclusief de souvenirs uit Cambodja en Vietnam. Morgen gaan we vliegen. Er hangt spanning in de lucht. Maila is blij dat ze bovenin het stapelbed mag slapen, maar ‘voelt zich niet zo lekker’ en kruipt in een hoekje van haar bed. Terra is inmiddels al vier keer haar bed uitgekomen. Ze heeft buikpijn. Zoals ze zelf zegt: ‘het voelt alsof er wormen in je buik een eitje leggen.’ Gedachten zoeven langs in haar hoofd: ‘Hoe zou het vliegen weer zijn?’ of ‘We gaan naar Qatar, hoe ziet dat eruit? Ik ben nu gewend aan Australië, hoe is het straks weer in Nederland?’ Ik probeer haar gerust te stellen met dat we juist dàt gaan doen waar we zo goed in zijn geworden. Onderweg zijn. De wereld ontdekken.
Onze laatste twee weken hier hebben we nog aardig veel ontdekt. Zo ook in Maila’s oog. Haar oog was dik, rood en er zaten twee bobbeltjes in.
Maila zat op mijn schoot, voor ons zat de dokter. Te googelen. Vijf minuten lang. Hij vroeg zich af wat het zou zijn. Ik vroeg me af of hij de dokter was.
Op zijn naambordje stond alleen ‘Ben’, hij liep in een blauw ziekenhuisuniform terwijl de rest van de medewerkers in de privé-kliniek casual gekleed gingen. Een slonzige, slome blik had hij, zijn schouders hingen naar beneden en hij had zijn collega er al twee keer bij gehaald. “Tja, je bent een beetje een mysterie,” zei hij tegen Maila. “Antibiotica werkt dus niet, ik denk dat het een virus is. Maar het zou ook kunnen dat…” en hij boog zich weer over zijn scherm. Onderweg van Exmouth naar Geraldton hadden we al een dokter en een verpleegster geraadpleegd, druppels en crème geprobeerd, Ben was ons derde medische bezoek. De deur ging open en het hoofd van de kliniek kwam binnen. Een oudere man, met dito bril en een groene spencer, zei opgewekt ‘Goodday’, trok Maila’s ooglid omlaag en kwam gelijk tot een conclusie. “Wow, a double chalazion! Ik maak wel even een foto, stuur die naar oogheelkunde en binnen een half uur weten we het. Als dat zo is dan kunnen ze haar misschien vandaag nog wel opereren!” Een bericht wat even moest indalen in de wachtkamer. Toen was het mijn beurt om te googelen. Vertaling: een gerstekorrel. Pas opereren als het écht niet weg gaat. Gelukkig kwam Ben na een half uur aangeslenterd met een advies voor warme kompressen. Helaas is het nog niet weg, maar we houden goede moed!

Over ontdekken gesproken; de westkust van Australië is ooit door een Nederlander als eerste ontdekt. Dirk Hartog. Hij vond het blijkbaar niet interessant genoeg en is weer weg gegaan. Daar snap ik uiteraard niets van. Had ie dat nou maar niet gedaan! Er is nog wel een eiland naar hem vernoemd. Het ligt bij Shark Bay. Het kost je 800 dollar om er naar toe te komen, er mogen maar 20 auto’s per dag op en het is alleen toegankelijk met een goed uitgeruste 4WD. Naast Dirks’ avonturen heeft de Batavia hier ook voor de kust gelegen. Helaas stond ons budget het niet toe om op visite te gaan bij Dirk z’n eiland, maar het dichterbij gelegen Francois Peron National Park lag wel binnen de mogelijkheden. Eindelijk weer eens een stukje offroad! “You’ll be fine!” zei de dame van de camping tegen ons. We vroegen om informatie, omdat we van zoveel mensen hadden gehoord dat ze vast waren komen te zitten in het losse zand. “Jullie hebben een goeie auto, je moet alleen je banden leeg laten lopen. Tot 15 psi (normaliter 45) of soms zelf 12.” Dat klonk voor mij als met een lekke band gaan rijden. Ruud in z’n nopjes, glijdend en ‘driftend’ door het rode zand. Ik ernaast, genietend van het diverse landschap. De dames achterin zaten zich te vervelen, ruzie te maken, het uitzicht kon ze gestolen worden. Zelfs bij Skipjack Point. Prachtige rode rotsen, kristalblauw water en witte stranden. Ik kon er uren naar kijken. Beneden ons zagen we zelfs een haai en een reuzenrog! Niet interessant voor Maila. Armen over elkaar, boos stampend over de boardwalk. 😊
Van dit gemopper was niets meer over toen we gingen ‘logeren’. Onze daktent was lek en we werden uitgenodigd door Marzio. Een man die ik via Steve (één van de motorvrienden uit Nepal) had leren kennen. We mochten in zijn huis verblijven, in Perth, zo lang als we wilden, want hij was toch alleen thuis tijdens de paasdagen. Vier nachten zijn we gebleven. Terra en Maila wilden het huis niet meer uit. Lekker opgekruld in een stoel lezen, brownies bakken, met lego Friends spelen die ze al drie maanden niet meer hadden gezien, een eigen kamer met een heerlijk bed en de oneindige gastvrijheid van Marzio. Een Italiaan in hart en nieren, een hoge Chief geweest bij de Landelijke Politie, houdt van een goed glas rode wijn, kan uren praten over Footy (Australisch voetbal), maar bovenal een hartelijke man. We genoten van zijn gezelschap, van zijn gekke broer die ook kwam logeren en van een droog bed.
Op Paaszaterdag konden we onze camper weer ophalen, voor de laatste twee nachten. Met extra dekens aangezien het 4C graden zou worden. Bestemming: Nannup. Een lieflijk dorpje ten zuiden van Perth. Onze eerste nacht was drama. Ik had het zo koud dat ik welgeteld twee uur heb geslapen, de buren zaten luidruchtig dronken te zijn tot diep in de nacht, er ontstond bijna een gevecht met de andere dronken buren; was dit nou dat lieflijke dorpje?


De dag erna was van een ander kaliber. Terra wilde persé een stuk salami en een wasknijper. En touw. “Waarvoor?” vroeg Ruud. “Om kreeften te vangen in de rivier! Dat deed Melle ook in het boek De Gorgels!” zei Terra. “Kijken of het lukt. Doeiiii!” Spelen bij het water, samen frisbeeën en beachballen, een herfstwandeling maken door het Blackwood Forest, thee drinken uit mini kopjes bij een schattig theewinkeltje en als kers op de taart: een kampvuur! Onze laatste dag en nacht kon niet beter zijn dan dit.
Des te lastiger is het afscheid. We zijn net terug van ons laatste etentje met onze ‘mates’, onze Australische vrienden Ryan, Steve, Anton en hun families. Op de terugweg was het stil. De meiden zijn zo van dit land gaan houden, hebben vriendinnen gemaakt, zijn Engels gaan praten, voelen zich welkom. Het is voor ons vieren raar en dubbel om terug te gaan. Het is fijn om iedereen weer te zien in Nederland, maar we hebben het hier, aan de andere kant van (en in) de wereld, ook zo fijn.
Ik heb geen pakkend einde. Het zit erop. Voor nu dan… 😉
Hai Mike,Ruud,Terra en Maila,
Je had natuurlijk kunnen beginnen met “Ten Slotte”. Maar dat zal de lading ook niet dekken. Ik kan me goed voorstellen dat de reis zelf dan wel ten einde loopt, maar verhalen zullen nog wel volgen, misschien niet allemaal meer op papier maar mondeling of toch nog eens een boek. Ook dit verhaal is weer fijn om te lezen. Al die nieuwe ervaringen en activiteiten en bezienswaardigheden, soms leuk soms niet leuk,soms haalbaar soms niet haalbaar. Weer een paar mooie foto’s erbij. Wat een prachtige reis hebben jullie gehad. Ik hoop dat de “gerstenkorrel” weer snel verdwenen is bij Maila. We wensen jullie een goede terugreis en zien jullie gauw. Liefs Paulien en Ton
LikeGeliked door 1 persoon
Dank voor jullie boeiend reisverslag! Heb er van genoten en naar uitgekeken, ga het missen!
LikeGeliked door 1 persoon
Hoi,
Wat heb ik met veel plezier – en af en toe met tranen in m’n ogen – jullie avonturen gelezen. Dank voor het delen! En een goede thuiskomst!
Hartelijke groet,
Petra (uit Nijmegen)
LikeGeliked door 1 persoon
U zij wellekome… maar snap uw sentiment… een bijzonder avontuur … dat vraagt om een vervolg🤣😂🤣
LikeGeliked door 1 persoon
Sterkte met teruggaan en terugkomen en welkom hier!!!
LikeGeliked door 1 persoon