Reismoe?

Ik vind het even niet zo leuk. Je zou het een reisdip kunnen noemen. Ik ben vlak, snel geraakt en tranen liggen aan de oppervlakte. Regelmatig komen ze er ook uit. Ik heb geen zin om na te denken over een volgende bestemming, geen zin in hitte, vliegen in m’n neus, autorijden, een museum bezoeken of een rots bekijken. Wil ik dan naar Nederland? Nee, ook niet. Heb ik ook geen zin in.

Ik heb mezelf maar wat vragen gesteld om te kijken of het één ding is. Is het de hitte die me lam legt? Zit ik vol? Wil ik de hele dag luieren? Ben ik het 24/7 ouder zijn beu? Ik weet het niet. We zijn nu al een aardige tijd onderweg en het is de eerste keer dat ik me zo wiebelig voel.

Het begon te sluimeren tijdens onze drie dagen bij Ayers Rock, oftewel Uluru. Dé grote monoliet die op menig ansichtkaart te vinden is. Een belangrijke, heilige plaats voor de Aboriginals, net als de rotsen die iets verderop liggen; The Olga’s.

Voor het eerst in 4,5 maand tijd was ik graag even alleen geweest. We stonden in het informatiecentrum waar ik op de borden aan het lezen was over het gebied, de cultuur van de Arrernte Aboriginals en het ontstaan van Uluru. “Mama, mama! Kom eens!” “Mama, wanneer lopen we nou verder?” “Mam, het is hier saai.” Om de beurt trokken de meiden aan mijn hand. Ruud roept ook vaak in z’n enthousiasme iets en deed er nog een schepje bovenop. “He Maik, kom eens! Hier staat wat over de onderkant van Uluru!” Maila: “Mam, ik moet plassen!” Ik heb in totaal tien regels met aandacht kunnen lezen.  

Overdag was het 45 C graden. Verlammend heet. Af en toe keken we jaloers naar zo’n witte, grote camper met airco. “Waarom hebben wij die eigenlijk niet?” vroeg Maila. We zaten in het washok, onder de enige ventilator op de hele camping. “Omdat die camper niet op zandwegen mag en wij graag overal met jullie naar toe willen rijden,” zei ik. Het klonk weinig overtuigend. “Maar ik hoef niet op zandwegen hoor!” antwoordde ze. Ik had geen puf om haar te overtuigen dat dit toch uiteindelijk veel leuker is. Sterker nog, ik was het even grondig met haar eens.

Tien minuten in de zon was genoeg om te verbranden. Zeker Terra met haar witte haren en gevoelige huid. “Kom”, zei Ruud, ”het is niet ver lopen, we gaan alleen maar naar het uitzichtpunt. Insmeren, hoedjes op, vliegennet op en schoenen aan.” Mokkend kwamen de meiden de auto uit. 200 meter lopen en ze ploften neer op een bankje. “Ik vind er niets aan. Wat is hier nou leuk aan?” zei Maila. “Ja, wat is hier nou leuk aan?” ging Terra verder. “Het zijn maar rotsen hoor. Moeten we daar helemaal de auto voor uit komen? Kunnen wij niet alvast terug?”

Het was duidelijk. We hadden allemaal last van de hitte. Ik zweet nauwelijks, dus ik raak moeilijk mijn warmte kwijt. Met als gevolg dat ik langzaam aan de kook raak en er niet gezelliger op word. Ruud wordt snel geïrriteerd, de meiden hangerig. Op de tweede avond werd het tijd voor beraad. Wat gaan we doen? Nog meer dirtroads en stenen bekijken? Of even op adem komen in Alice Springs?

Het werd Alice. Op de derde avond pakten we nog een mooie zonsondergang mee bij Uluru, om de volgende dag naar een huisje te rijden. Via AirBnB, met airco en een zwembad. Een plek om te dansen, springen, huiswerk te maken, op de grond een spelletje te spelen, gewoon even lekker kind zijn. Voor ons een plek om te schrijven, te relaxen en af te koelen.

Het was voor mij de tweede keer Uluru en Alice Springs. Vijftien jaar geleden ben ik er ook geweest. Er is niet veel veranderd, behalve dat er nog meer arme Aboriginals op straat lopen. Soms op blote voeten, altijd in vieze t-shirts. Hun kindjes rennen rond met vieze snottebellen en verwilderd haar. Regelmatig jatten ze iets voor hun ouders. En ze stinken. Allemaal. Enorm. De meesten zijn ook dronken of high van het benzine snuiven. Anderen proberen hun schilderijtjes te verkopen en vragen je of je bier voor hen wilt kopen. Ze mogen het zelf niet. Het is een ‘dry community’. Althans dat zou zo moeten zijn. Gelukkig hebben we ook genoeg andere dorpjes gezien waar het er minder slonzig aan toe gaat, maar alsnog blijft het een gevoelig, triest en complex onderwerp. Amper 100 jaar geleden was Alice Springs er nog niet, er was alleen een telegraafstation, de woestijn behoorde hen toe. Ze leefden in en met de natuur, in dit bizarre, rode landschap. Het land werd ingenomen door blanken en de westerse maatschappij heeft het roer overgenomen, met alle gevolgen van dien. Genetisch gezien kunnen zij alcohol niet verdragen, net als suiker. Veel van hen hebben diabetes, lopen en zien slecht en hebben flink overgewicht. Armoede, huiselijk geweld en criminaliteit scoren hoge percentages onder de Aboriginals in Alice. 100 jaar… het is nog zó vers. Maila denkt er het hare van: “Mam, ik ben heel blij dat ik geen Aboriginal ben.” “Oh ja? Waarom dan?” vroeg ik. “Nou, dan ga je bijna nooit douchen en stink je heel erg. En ik ben liever niet stinkerig. Maar ik snap wel waarom ze niet douchen,” zei ze. We liepen door het winkelcentrum waar veel Aboriginals rondhingen. “Vertel, ik ben benieuwd,” zei ik. “Nou, dat is slecht voor de natuur. En zij weten precies wat goed is voor de natuur. Dus daarom doen ze het niet.” Het beste argument ooit.

Ondanks dat wij een koel huisje hadden, we wat interessante uitstapjes hadden, ik het leuk vond dat ik weer in Alice was, merkte ik dat mijn energie daalde. Net als mijn gemoedstoestand, zoals eerder omschreven. Ik werd de deur uit gebonjourd door Ruud met de opdracht: ga even iets alleen doen. Gewoon even iets voor jezelf. Ga op een berg zitten, eet een ijsje, maar ga weg. In Nederland heb je dat ook nodig, doe het hier dan ook.

Ik reed naar het centrum, liep langs de Aboriginals die in de schaduw op het gras zaten, maakte een praatje met sommigen die wat schilderijen hadden liggen, kocht een ijsje en merkte dat ik dieper ging ademhalen. Een klein beetje meer lucht.

Dus ja, zeg het maar. Is het de hitte? Zit de bovenkamer vol? Teveel leuke dingen meegemaakt? Ik weet het niet. Het hoort er gewoon bij. Blijkbaar kennen ze het hier in Australië. Zelfs onderweg…    

8 reacties op “Reismoe?

  1. Hé Maaik, wat Fijn te lezen(sorry) dat je ook gewoon mens bent en soms even nergens zijn in hebt of alles zat bent. Toegeven dat je vol bent of dat t veel is!
    Misschien een lesje nemen bij die stoned Aboriginals in “laten verslonzen’ om even t tegenovergestelde van altijd oplettend, nieuwsgierig en bewonderend te zijn?
    Sterkte!!

    Like

    1. Geen sorry. Erg logisch. Soms voel ik me bijna schuldig dat ik alleen maar leuke verhalen te vertellen heb. 🙂 En ik neem je verslons advies mee. Eens kijken wat voor effect het heeft op de aankomende zeven weken. Waarschijnlijk kom ik met dreadlocks terug…

      Like

  2. Wat goed en lief van Ruud dat hij jou even weggestuurd heeft, Maaike!
    Mijn Eelco heeft dat onlangs ook gedaan. Een hele andere context, gewoon hier thuis, geen hitte, niet vol van reizen. Maar wel veel te veel tijd achter elkaar moeder zijn. Dat ik bij elke “mama!”, al geirriteerd raakte, voordat ik hoorde wat voor leuks of liefs er misschien nog volgde……

    Af en toe even alleen zijn met jezelf, helemaal vrij van welke rol dan ook, los van verantwoordelijkheid en zorg….. is zo fijn en ook gewoon nodig!
    Dat stukje ‘raakt’ mij uit jouw verhaal.

    Ik weet niet uit ervaring hoe verlammend zoveel reizen, zoveel avonturen kort na elkaar beleven en zulke extreme hitte kunnen zijn, maar ik weet wel dat het langdurig moeder zijn en te weinig tijd met jezelf, ook verlammend kan werken.

    Ik wens je genoeg momentjes alleen met jezelf en dat je daarnaast weer opknapt en kunt genieten van jullie mooie gezin en van alle avonturen!

    Trouwens. …… even stilstaan en verwerken…. en gewoon lekker een dip mogen hebben…… dat is ook prima, lijkt me!

    Lieve groetjes van Floor

    Geliked door 1 persoon

  3. Ha fijn om te lezen dat ook jij wel eens een dip hebt. En zo te zien aangewakkerd bij een oude stam, die weet dat je op tijd rust moet nemen en stil moet gaan staan bij alles om je heen .
    “Geniet” er maar even van of anders gezegd laat het maar even lekker gebeuren.
    Hopelijk kun je daarna weer energiek en met frisse moed verder, om de rest van de “vakantie” te genieten van alles wat komen gaat.
    Wens jullie veel plezier op de verdere reis.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie