Annapurna trekking deel 2

Geluk of pech, wie zal het zeggen?

Onze tocht heeft in totaal 12 dagen geduurd. Ik vond het fantastisch en het liefste vertrek ik morgen weer. Het was magisch… Ik weet dat het een illusie is, maar ik zou me deze trekking graag van de eerste tot de laatste minuut willen blijven herinneren.

Het is uiteindelijk wel iets anders gelopen dan we hadden bedacht.

In Marpha werd Ruud een beetje ziek. Degenen die Ruud kennen weten dat hij het nooit koud heeft. Het liefst altijd in korte broek rondloopt, praatjes heeft, hardop denkt en nooit stil zit. Het tegenovergestelde gebeurde in Marpha. Hij had het koud (wie niet bij 3C graden, maar da’s toch anders bij meneer Wijnen), er kwam geen zinnig woord uit, was mentaal redelijk geëmigreerd en hij lag de halve dag in z’n slaapzak op bed. Of het nou kwam door de hoogte of gewoon een dip, we zullen het niet weten. De wet van Murphy deed er nog een schepje bovenop; z’n telefoon ging kapot, er kwam een zelfs kleine rookpluim uit.

Terra was ook moe. Maila had last van een eksteroog onder haar voeten, het guesthouse beloofde warm water maar had het niet, al onze kleren waren vies en stoffig en als we nog verder naar het noorden zouden gaan zou het nog kouder worden. Het werd tijd voor een ‘change of plan’. Wandelen mag immers ook leuk zijn! We besloten terug te lopen naar Tatopani en vanuit daar de Poon Hill Trek op te pakken.

Het geluk stond wel weer aan onze kant op onze vertrekdag naar het zuiden. We waren getuige van een bijzonder feest in het klooster. Eén keer per jaar, afhankelijk van de maanstand, dansen de boeddhistische monniken met maskers, kostuums en muziek. De ‘Cham Lama Dance’. Al maanden waren ze bezig met de voorbereidingen, er kwamen speciaal voor deze gelegenheid hoge lama’s uit India, het klooster was prachtig versierd met grote kleurige doeken en veel wapperende gebedsvlaggen, het hele dorp was aanwezig inclusief de allerkleinsten in draagdoeken, kortom; een erg bijzonder schouwspel! Terra en Maila keken hun ogen uit en wilden niet meer weg om naar het zuiden te wandelen. Na drie dansen moesten we toch echt de rugzakken weer op onze rug gooien aangezien we daarna nog een middag te goed hadden over de winderige vlakten tot aan Tukuche.

Voor velen is het saai om dezelfde weg terug te lopen, maar met kinderen is dat anders. Voor hen is het heel fijn om weer op een plek uit te komen die ze kennen. Er zijn al genoeg veranderingen en indrukken. Daarnaast is het ook heerlijk om je al een beetje te verkneukelen op ‘dat fijne bed daar’ of op ‘die lekkere pannenkoek bij dat guesthouse’. Ik verheugde me vooral op ‘die heater daar’ en ‘die heerlijke warme douche’. 🙂

In Tukuche, een klein winderig dorp, zit een guesthouse met een Nederlandse eigenaar. De High Plains Inn, gerund door Patrick en zijn Nepalese vrouw. Een heerlijk plekje. Hij had én een vuurtje én chocomel én een warme douche! Naast onze aanwezigheid waren er drie Belgen die een kaartspel deden. “Wat doen jullie?” vroeg Ruud. “Amai, wij doen Chinees Poepen.” zei de jongste. Maila keek mij niet begrijpend aan. “Poepen?” vroeg ze. Ruud grinnikte en attendeerde mij zachtjes erop dat poepen in het Belgisch iets anders betekent, maar Terra’s oren waren nog gespitst. “Wat betekent poepen dan?” vroeg ze me later op de kamer. Maila stond ernaast in haar onderbroek. “Ja, ik snap het ook niet, ze waren toch niet echt aan het poepen?” Ik moest lachen en antwoordde: “Nee dat klopt… maar weet je, vraag dit straks maar aan je vader!”

Zoals ik in deel 1 al vertelde moesten we regelmatig de rivier oversteken. Van tevoren checken of bruggen goed zijn is een standaard vraag aan de lokale bevolking voor vertrek. Net als navraag doen over de wandelroute. Soms is een pad onbegaanbaar geraakt door aardverschuivingen. Hele stukken berg donderen naar beneden en het kost dagen of weken voordat het pad hersteld is. Die dag kregen we te horen dat er weer een houten brug was naar Kalopani en dat de route in goede staat was aan de andere kant van de rivier. Mooi! Wat ze er niet bij vertelden was dat er stukken tussen zaten met drijfzand. Ruud en Maila liepen voorop, ze probeerden een stukje af te snijden via de droog gelegen rivierbedding. Althans, zo leek het. Ik hoorde Ruud ineens vloeken en zag dat hij tot boven z’n bergschoenen in de modder was gezakt. Maila is iets minder zwaar, maar haar schoentjes waren ook al niet meer te zien. Snel trok Ruud Maila omhoog en probeerde zo krachtig mogelijk door te stappen naar de vaste kant. Terra en ik konden nog net op tijd stoppen en een andere weg kiezen, waardoor wij droog bleven. Maila was zo geschrokken dat ze even moest huilen. Ruuds’ schoenen waren drijfnat, vol met modder aan de binnen- en buitenkant en wogen per stuk inmiddels een kilo meer. Gelukkig hadden we voor Maila nog een extra paar schoenen bij ons. Na een dikke groepsknuffel en een kauwgompie konden we weer verder.

De route die wij liepen is onderdeel van een circuit; het Annapurna Circuit. Dit hele circuit was voor ons te lang en te hoog (5.600 meter), dus wij kozen ervoor om het lager gelegen stuk te bewandelen. Soms liepen we over de weg en de andere dag aan de overkant van de rivier. Op de weg zag je, naast jeeps en bussen, ook veel motoren en mountainbikers de zanderige, slechte weg naar Jomsom of terug berijden. Na ons drijfzandavontuur raakten we ’s avonds bij een kampvuur in gesprek met een motorgroep. Een zooitje Australiërs, die 14 dagen door Nepal tourden op een oude motor. Net als de meeste mensen die we tegenkomen waren ze vol lof over onze meiden. High fives werden uitgedeeld en andersom kleurde Maila graag een kleurplaat voor de stoere bikers. “Whaaa, that’s awesome you little curled kiddie! Thank you!” En wat bleek? Ze kwamen allemaal uit Perth. Toen ze hoorden van onze aankomende drie maanden Australië, met als start- en eindpunt Perth, werden we uitgenodigd om in hun huizen te verblijven, mee te gaan op de boot voor vissen, gebruik te maken van hun strandhuis en vooral in contact te blijven.

Nu gebeurt zoiets wel vaker op reis. Een fijne avond hebben, vervolgens afscheid nemen met een ‘We’ll keep in touch!”, maar regelmatig blijft het hierbij. Dit keer liep het anders.

Twee dagen later hadden we een probleem. We hadden het die dag uiteindelijk gered tot Dana. Rond 15 uur liepen we oververhit, vermoeid en gaar het dorp binnen. Alles dicht. Geen enkel guesthouse open, alleen een tentje waar je kon eten. Het volgende dorp zou twee uur verderop zijn. Geen kip te bekennen op straat, geen bussen en er was ook geen vervoer te regelen want het was immers Bai Thika, hét broers- en zussenfeest van Nepal. Eén van de meest belangrijke feestdagen waarbij er speciale bindi’s op het voorhoofd worden gebruikt, de god Laxmi wordt aanbeden door kaarsjes bij de deuren en ramen te zetten, prachtige stoepversieringen worden gemaakt en de zussen extra zorgen voor hun broers en later andersom.

Stoep

Daar stonden we dan. Nog twee uur wandelen was niet echt een optie. Blijven daarentegen kon ook niet. We hadden alle bikers al langs zien komen, inclusief hun volgwagen. Na kort beraad besloten we dat Ruud naar beneden zou lopen, de motorgroep zou vragen of de volgwagen ons zou kunnen ophalen en zo geschiedde!

We werden warm onthaald met applaus, de meiden werden opgetild en we proostten allemaal op een wederzien.

’s Avonds gingen Ruud en ik maar eens de stand van zaken bekijken. Nog verder lopen zou veel van de dames vragen. Twee dagen klimmen, van 1200 meter naar 2800 meter, om daarna nog vier dagen naar beneden te lopen. Maila’s lijf begon moe te worden, haar eksteroogje begon steeds meer pijn te doen, Terra vond het lopen minder leuk worden; het was misschien wel mooi geweest. Wij wilden zelf graag door, maar we besloten om het niet op de spits te drijven. We hadden zo’n waanzinnig gave tocht gehad, het was een prachtige succeservaring. Lekker laten zijn en koesteren!

Daarnaast mochten we met de volgwagen mee terug naar Pokhara en hoefden we zelf geen duur privévervoer te regelen.

Onze motorvrienden hebben we nog twee dagen gezien. Samen gegeten en gedronken, foto’s uitgewisseld, de meiden kregen een armbandje en afscheid genomen met een “See you in Perth!” En deze keer blijft het denk ik niet bij een intentie. 🙂

Sommige momenten vraag je je toch af: Was het pech of geluk? Ik weet het niet. Gelukkig hoef ik ook geen antwoord…

 

 

6 reacties op “Annapurna trekking deel 2

  1. Pech of geluk? Vertrouwen op het leven net als bij liften. Als je vertrouwt en het zit mee ervaar je iedere lift als een cadeautje. Als je met een georganiseerde reis gaat en alles plant en dingen gaan mis is de focus op de faaldingen. Fantastisch jullie avonturen;-))))

    Like

  2. Wauw Maaike, wat een belevenissen! Zo puur in het leven; echt heel mooi om te lezen. Bewonderenswaardig hoe jullie het avontuur in zijn gestapt (letterlijk) en in het nu blijven en overwegen wat het moment nodig heeft. Bedankt voor het delen!

    Like

  3. Wat ben je druk met schijven. Hou je nog genoeg tijd over om te genieten van niets, de omgeving, elkaar? Het gevoel van tijdloos of eindeloos de tijd vind ik zo lekker aan reizen. Heel veel plezier! En de groeten van Hans Fischer, ga eind deze maand met hem werken. Ook mooi hè!

    Geliked door 1 persoon

    1. Jazeker houd ik tijd over! En ik heb nu eindelijk tijd om te schrijven, iets wat ik heerlijk vind om te doen, maar in Nederland altijd ‘tussendoor’ doe. Ik geniet optimaal! Groeten terug aan Hans!

      Like

Plaats een reactie